Nog altijd was de stad door stadsmuren omgeven. In 1839 is men begonnen de muren en de zestiende-eeuwse bolwerken af te breken. Dat was een hele verandering. Er werd een singelpark aangelegd, ontworpen door de Haarlemse architect J.D.Zocher.
Het gedeelte tussen Smeetoren en Bijlhouwerstoren was in de jaren 1842-’46 aan de beurt. De stadspoorten werden afgebroken. Er kwamen meer bruggen over de singel: een van de eerste was in 1845 de Willemsbrug. In 1849 werd niet ver van de Tolsteegbarrière tussen de Oude Gracht en de singel het Diaconessenhuis gesticht. Het jaar daarop werden door het Rooms Katholiek Armbestuur voor minvermogenden de “Zeven Steegjes” gebouwd.
De Bijlhouwerstoren met daarop de Pelmolen is in 1872 afgebroken, in 1876 is daar het Physisch Laboratorium gekomen. De namen van de straten herinneren nog aan wat er verdwenen is.